Interview Arre Zuurmond met Publiek Denken: 'Proactief, responsief en naast de burger'

Arre Zuurmond is bijna 1,5 jaar regeringscommissaris Informatiehuishouding. In die hoedanigheid werkt hij samen met overheden om hun informatiehuishouding te verbeteren. Volgens Zuurmond is de informatiehuishouding van de overheid pas op orde als deze de kanteling naar een responsieve overheid bewerkstelligt. Dat betekent dat de overheid naast haar burgers staat in plaats van ertegenover en dat burgers erop kunnen vertrouwen dat ze krijgen waar ze recht op hebben.

Beeld: ©Publiek Denken / Hilbert Krane

Bron: Publiek Denken
Tekst: Marc Notebomer

Wat heeft Zuurmond het meest verrast of geraakt sinds hij als regerings­commissaris aan de slag ging? ‘Dat zoveel mensen zo hard werken en zich oprecht inzetten voor het verbeteren van de informatiehuishouding,’ zegt hij. ‘Tegelijk zie ik dat iedereen te veel binnen de huidige kaders blijft, en te weinig aandacht heeft of krijgt voor “de bedoeling”. Het is de afgelopen tijd duidelijk geworden dat burgers andere vragen hebben dan die waar we hier in Den Haag antwoorden op zitten te geven. Omdat de context vaak verloren gaat, is het louter ontsluiten van informatie voor burgers niet goed genoeg want ze begrijpen de teksten, de taal en de structuren heel vaak niet.’

Bedoeling

Nog een punt dat hem is opgevallen: de alomvattendheid van de Wet open overheid (Woo). Zuurmond: ‘Er moet te veel informatie van te veel professionals worden ontsloten, wat niet alleen een enorme hoeveelheid werk oplevert, maar ook nog eens niet bijdraagt aan de bedoeling van de Woo (Wet open overheid). Een voorbeeld: als kennis­instellingen door de rechter worden gedwongen om alle stappen in het data cleaning proces én de mutaties in de gebruikte code te ontsluiten, dan is dat niet alleen een boel werk, maar het resultaat dat dit traject oplevert voor alle partijen onbevredigend is. Ze moeten zo veel lakken in de dataset (omdat het over personen gaat) en in de code (omdat die te veel van de interne ict-structuren blootlegt), dat de werking van de code niet bewezen kan worden.’

‘Maar ook het archiveren van alle mailtjes van de medewerkers van een departement is gekkigheid. Daarom vind ik dat het voorstel van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding om slechts appberichten van sleutelfiguren te archiveren, ook moet gelden voor mailverkeer. Dat laatste dan wel onder de strikte voorwaarde dat medewerkers met veel modernere spullen gaan werken. De huidige infrastructuur maakt het hen onmogelijk om alles van inhoudelijke waarde goed te archiveren.’

‘Een goede informatie­huishouding leidt ook tot goede informatie­verstrekking’

Uitdagingen

Hoe ziet Zuurmond de rol van de informatiehuishouding zich ontwikkelen in de komende jaren? ‘De informatiehuishouding is lange tijd verwaarloosd, maar er is ook een andere orde ontstaan. We werken inmiddels echt op een andere manier, en die wordt op dit moment niet goed gefaciliteerd. Ik ben dan ook warm pleitbezorger van de werkomgeving van de toekomst, waarin de professional met veel modernere, samenhangende middelen zijn of haar werk kan doen, en waarbij archivering by design, privacy by design, actieve openbaarheid en informatiebeveiliging aan de voorkant goed zijn geregeld. Dat is ook de enige manier om deze enorme uitdaging onder controle te krijgen.’

‘Belangrijk is de enorme veelvormigheid van informatie tegenwoordig,’ aldus Zuurmond. ‘Het is al lang niet meer alleen papier, maar ook mail, sms’jes, whatsappjes, videobestanden, ingesproken berichten, enorme datawarehouses, AI-toepassingen, enzovoort. Die vele vormen, die allemaal op andere plekken worden bijgehouden, in gezamenlijkheid en met behoud van context onder controle krijgen, is een enorme uitdaging.’

‘Een overheid die haar informatie niet op orde heeft, kan zichzelf niet vertrouwen’

Responsief

Zoals gezegd hecht Zuurmond veel waarde aan het belang van de menselijke maat en een responsieve overheid. ‘De informatiehuishouding weerspiegelt altijd de cultuur en structuur van een organisatie,’ zegt hij. ‘Dus bureaucratische organisaties hebben bureaucratische informatieverzamelingen en gaan daar ook bureaucratisch mee om. Ik pleit voor een heel ander soort overheid, echt op paradigmatisch niveau. Een responsieve, proactieve overheid. Haar informatiehuishouding is op wezenlijke punten fundamenteel anders. Je moet dan meer in de actualiteit werken, dus met actuelere gegevens. Je moet sneller en vaker integrale beelden kunnen maken in plaats van verkokerde plaatjes. Je moet veel transparanter zijn.’

Hoe ziet een responsieve overheid, die naast de burger staat, er dan uit? Zuurmond: ‘Een responsieve overheid heeft haar informatie zo goed op orde, dat ze voor veel regelingen kan overgaan tot proactieve dienstverlening. Dat wil zeggen, dienstverlening waarbij je niet eerst een aanvraag met dito formulier moet invullen, maar waarbij je automatisch krijgt waar je recht op hebt. Je hoeft dan geen toeslagen aan te vragen, je krijgt ze gewoon als je er voor in aanmerking komt, doordat wij als overheid de beschikbare informatie hebben uitgewisseld.’
Dat vraagt ook om andere ict. Zuurmond: ‘De ict die nu aan professionals ter beschikking wordt gesteld, bevredigt vooral de controlebehoefte van allerlei stafafdelingen, terwijl de behoeften van de professional zelf beperkter worden ingevuld. Kortom, het is sturende, controlerende ict. Wat we nodig hebben, is ict die de uitvoerende professionals maximaal ontzorgt en ondersteunt in de hoogwaardige uitvoering van hun werk. Veel ict’ers willen dat ook wel, maar dat vergt een niet-bureaucratische, lees responsieve, cultuur. Pas als die er is, zal de relatie tussen ict’ers en professionals verbeteren.’

Vertrouwen

Een issue dat de laatste jaren in toenemende mate de media haalt, is het vertrouwen van burgers in de overheid en het vergroten van transparantie. Zuurmond: ‘Een overheid die haar informatie niet op orde heeft, kan zichzelf niet vertrouwen, laat staan dat de burger dat kan. Ook voor je eigen werk als professional moet je ervanuit kunnen gaan dat alle informatie waarmee je werkt juist is, en dat je met alle juiste informatie aan de slag bent. Of dat voldoende bijdraagt aan het herstel van vertrouwen, is maar de vraag. In de zin dat er altijd burgers en partijen zullen zijn die de overheid per definitie niet vertrouwen. Maar een goede informatiehuishouding leidt in principe ook tot goede informatieverstrekking, en dan is het niet vertrouwen eerder een keuze van de ontvanger dan een gevolg door de verstrekker.’

Hoe navigeert Zuurmond tussen de behoefte aan transparantie en het waarborgen van de privacy en veiligheid van gevoelige informatie? ‘Dat is een van de grootste problemen op dit moment. Die belangen zijn elk in een afzonder­lijke wet geregeld, waardoor er voor professionals in de uitvoering een niet-werkbare situatie ontstaat. Of ze krijgen enorm veel administratieve lasten en veel werk op hun bordje, of er treedt een vorm van risicomijdend gedrag op, waardoor professionals niet meer met de informatie kunnen werken die ze eigenlijk nodig hebben voor een goede uitvoering van het werk.’

‘De huidige ict bevredigt vooral de controlebehoefte van allerlei stafafdelingen’

Toekomst

Kijkend naar de toekomst heeft Zuurmond een aantal doelstellingen die hij wil realiseren. ‘Ik wil een informatieacademie die professionals in staat stelt om hun vakgebied met elkaar verder te ontwikkelen. Verder wil ik sturende praktische architecturen, die ervoor zorgen dat ict meer interoperabel en gestandaardiseerd werkt en stel ik als doel dat er een informatiewet komt. Het wetsvoorstel voor een informatiewet benoemt een aantal belangrijke doelen en waarden uit bestaande informatiewetten, zoals openbaarheid, transparantie en toegankelijkheid. De wet spreekt ook uit dat burgers er recht op hebben dat de overheid verzekert dat deze zogenoemde “beginselen van informatieverwerking” worden gerealiseerd.’

‘Daarnaast ben ik bezig om het concept van een Kruispuntbank  van Sociale Zaken [red. overheidsbrede structuur­afspraken voor het uitwisselen van gegevens in Vlaanderen] waarin de proactieve dienstverlening in België mede vorm heeft gekregen, te introduceren, uiteraard aangepast aan de Nederlandse situatie. Ook wil ik de werkomgeving van de toekomst een enorme impuls geven. Maar de tijd die ik heb, is beperkt. Of er onomkeerbare momenten zijn gepasseerd of dat er door mijn werk juist ontwikkelingen tot stand zijn gekomen, zal moeten blijken.’ 

Dit interview is afgenomen door Publiek Denken en gepubliceerd in Publiek Denken #43, juni 2023. Tekst: Marc Notebomer